Vandaag, dinsdag 14 augustus 2018 en alweer de laatste dag van vijf vrije dagen en 's avonds, zittend bij het knapperende houtvuur, mijmer ik nog wat na en schrijf, na een zeer emotioneel gesprek vanmiddag, waarin ik me ineens realiseer dat ik,
vaak, als in slaap zijnde reageer, namelijk niet, denkend aldus ieder ander, al het andere, heel te laten en mezelf?
Slaap, een staat waarin ik mij niet bewust ben, alsof mij mij is afgenomen, opgenomen in de nacht
waarin mijn lichaam wacht, tot ik mij weer bewust ben
MIJLOOS
Nacht, oh nacht
die mij opneemt
in uw onzichtbare armen
wieg haar zacht, nacht
tot de morgenstond
ons weer begroet
U, nacht, die mij tijdelijk
van mij ontdoet
en mij van mij ontdaan
aan uw zwartste zwart
blootstelt
weerloos en naakt
Waar gaat het u om, nacht?
dat u mij keer op keer bezoekt
wanneer ik daar kwetsbaar en onvrij
mijloos lig en wacht
in uw ragfijn zwart
hopend op verbinding
met mijn heilig hart
die nog onwetend van al
dat mij thans bezighoudt
klopt
‘binnen’
antwoord ik
of was jij het
die dat zei?
bij afwezigheid
van mij
in dit gitste van gitzwart, nacht
weet, dat u zelfs in uw zwartste uren
niets te vrezen heeft
niets te verduren krijgt ook
van haar
omdat zij
in mijloosheid
mij kwijt is en dus zwijgt
slechts zwijgen kan
en als ik u, nacht
die zwart ziet
zwart denkt dus ook
vervolgens vraag:
'welke kleur draag ik, vandaag, nacht?
Blijft u dan die zwartkijker?
Erica Rekers, 14 augustus 2018
vaak, als in slaap zijnde reageer, namelijk niet, denkend aldus ieder ander, al het andere, heel te laten en mezelf?
Slaap, een staat waarin ik mij niet bewust ben, alsof mij mij is afgenomen, opgenomen in de nacht
waarin mijn lichaam wacht, tot ik mij weer bewust ben
MIJLOOS
Nacht, oh nacht
die mij opneemt
in uw onzichtbare armen
wieg haar zacht, nacht
tot de morgenstond
ons weer begroet
U, nacht, die mij tijdelijk
van mij ontdoet
en mij van mij ontdaan
aan uw zwartste zwart
blootstelt
weerloos en naakt
Waar gaat het u om, nacht?
dat u mij keer op keer bezoekt
wanneer ik daar kwetsbaar en onvrij
mijloos lig en wacht
in uw ragfijn zwart
hopend op verbinding
met mijn heilig hart
die nog onwetend van al
dat mij thans bezighoudt
klopt
‘binnen’
antwoord ik
of was jij het
die dat zei?
bij afwezigheid
van mij
in dit gitste van gitzwart, nacht
weet, dat u zelfs in uw zwartste uren
niets te vrezen heeft
niets te verduren krijgt ook
van haar
omdat zij
in mijloosheid
mij kwijt is en dus zwijgt
slechts zwijgen kan
en als ik u, nacht
die zwart ziet
zwart denkt dus ook
vervolgens vraag:
'welke kleur draag ik, vandaag, nacht?
Blijft u dan die zwartkijker?
Erica Rekers, 14 augustus 2018