Lang leve een lang weekend Zuid-Limburg van 4 t/m 7 september 2015.
De wandeling, zaterdag, brengt ons, vanuit het huisje, langs meerdere kruizen, bij een boomkruis en daaronder zie ik, dat wat ik eerst dacht dat witte stenen zijn, twee grote slakken met huis blijken. Zo groot en met een kleur als deze, zag ik ze nog niet eerder.
Ik kijk omhoog langs de boom en lees:
De wandeling, zaterdag, brengt ons, vanuit het huisje, langs meerdere kruizen, bij een boomkruis en daaronder zie ik, dat wat ik eerst dacht dat witte stenen zijn, twee grote slakken met huis blijken. Zo groot en met een kleur als deze, zag ik ze nog niet eerder.
Ik kijk omhoog langs de boom en lees:
We wandelen verder en ontmoeten springbalsemien en hommels, die zich laven aan nectar:
Hahahahahahah ik ben om en kijk tegenwoordig ook naar billen ..... !?
I. vertelt me onderwijl het verhaal dat aerodynamisch gezien een hommel niet zou kunnen vliegen en toch vliegen ze .....
Dit verhaal uit de jaren '30 confronteerde mij met een hoog 'wij zien ze vliegen' gevoel.
Maar wat blijkt, in de jaren negentig is er opnieuw onderzoek naar gedaan en blijkt dit verhaal achterhaalt door de mechanica:
http://www.tuinadvies.nl/artikels/hommels_kunnen_nietvliegen.htm
Lees daarin:
Het verhaal over de hommel die eigenlijk te zwaar zou zijn om te kunnen vliegen, maar dat zelf niet weet en dus gewoon opstijgt en wegvliegt.
Volgens de wetten van de aerodynamica zou een hommel niet kunnen vliegen en dat hij het hem dan toch maar mooi lapt zou met pure wilskracht te maken hebben. Hoe zit dat nu precies?
Het verhaal lijkt ontstaan te zijn in de dertiger jaren van de vorige eeuw, in Duitsland.
Een groep die daar onderzoek deed op het gebied van aerodynamica, deed wat berekeningen op de achterkant van een bierviltje en kwam tot de conclusie dat het eigenlijk onmogelijk was dat een hommel vloog. Als je het gewicht van de hommel afzette tegen de draagkracht van de vleugeltjes, dan was het puur wetenschappelijk bekeken niet mogelijk dat de hommel met zo’n, relatief lage, snelheid rondvloog.
In de jaren negentig is dat nog eens nauwkeuriger onderzocht en toen bleek dat er bij die eerdere berekeningen sprake was van een fraai staaltje redeneren met oogkleppen op.
Als je met een beperkte blik, vanuit één invalshoek gaat kijken naar een fenomeen, dan loop je het risico het geheel niet te overzien.
Men ontdekte dat de hommel eigenlijk een trucje uithaalt wat vanuit een ander vakgebied verklaard kan worden, de mechanica.
Wat doet de hommel namelijk?
Hij weet de lucht in een draaibeweging, een vortex, over de rand van zijn vleugels te jagen, waardoor er als het ware een lagedrukgebied boven die vleugels ontstaat en ze extra omhoog gezogen worden.
Zo wordt de hommel voldoende opgetild om te kunnen vliegen.