Ook 's middags maak ik een wandeling, naar aanleiding van twee tips van buurvrouw H en terwijl ik zo aan het kuieren ben, langs het water, ontdek ik:
een idyllisch plekje, alwaar, rustig gezeten (want hij staat los), het volgende gedicht daglicht ziet:
OEVER REIKT UW FANTASIE
Het kabbelende water
babbelt onafgebroken
nu
wie denkt er dan nog aan daar
en later
terwijl je hier kunt zijn
aan de waterkant
waar de groeiende lissen
je doen beslissen
uit die slippers
en je, op blote voeten,
de oever, vaste grond, verlaat
en over stenen balancerend
op de stronk belandt
die iemand hier plaatste
voor jou
waar je op zittend
de ene gedachte verdronk
en in de andere verzonk
tot een werkelijkheid
met wilde watermunt
rondom
Erica Rekers, 9 mei 2018
OEVER REIKT UW FANTASIE
Het kabbelende water
babbelt onafgebroken
nu
wie denkt er dan nog aan daar
en later
terwijl je hier kunt zijn
aan de waterkant
waar de groeiende lissen
je doen beslissen
uit die slippers
en je, op blote voeten,
de oever, vaste grond, verlaat
en over stenen balancerend
op de stronk belandt
die iemand hier plaatste
voor jou
waar je op zittend
de ene gedachte verdronk
en in de andere verzonk
tot een werkelijkheid
met wilde watermunt
rondom
Erica Rekers, 9 mei 2018
Daarna, met beide benen weer op de oever, zie ik: