Vanmiddag aan de slag met het thema van het dichterscafé van oktober 2015
“Ik kleine slaaf van poëzie en taal, mij was ter borst de eerste melk al schraal.”
Het zijn de eerste twee regels van het gedicht van Gerard den Brabander (uit: de holle man, 1945).
Ik, kleine slaaf van poëzie en taal,
mij was ter borst de eerste melk al schraal.
Zó droef, zó dun klonk 't moedermonds verhaal,
waar het kanon in doorklonk van Transvaal,
en zó vol tranen was het kleine lied
van bruut verraad en simpel boers verdriet,
dat, wat mij voedde, woord en melk en brood,
dit al doortrokken was van dood en dood.
“Ik kleine slaaf van poëzie en taal, mij was ter borst de eerste melk al schraal.”
Het zijn de eerste twee regels van het gedicht van Gerard den Brabander (uit: de holle man, 1945).
Ik, kleine slaaf van poëzie en taal,
mij was ter borst de eerste melk al schraal.
Zó droef, zó dun klonk 't moedermonds verhaal,
waar het kanon in doorklonk van Transvaal,
en zó vol tranen was het kleine lied
van bruut verraad en simpel boers verdriet,
dat, wat mij voedde, woord en melk en brood,
dit al doortrokken was van dood en dood.